Hoofdcategorie voor EMC werkgroep berichten

Het vinden en elimineren van de QRM m.b.v. Toroide- en klem-ferrietkernen

Door Josh KI6NAZ

Josh heeft een geweldige Youtube video gemaakt over het verminderen van RFI in en om huis.

Door gebruik te maken van eenvoudige technieken voor het opsporen van de storingsbron en het gebruik van toroide- en klem-ferrietkernen lukt het om de storing te verminderen of zelf helemaal weg te krijgen. Een heel nuttige video.

“Voor de meesten van ons is RFI altijd rondom ons aanwezig. Het is onvermijdelijk in onze door technologie gedreven levens. Echter vaak zijn het onze eenvoudige apparaten die de meeste RFI veroorzaken. Als je geen moeite doet om die op te sporen, zal de ontvangst op de amateur banden alleen maar frustrerend zijn.

De waarheid over ferrieten

Deze tests en experimenten werden uitgevoerd door Ian Jackson VK3BUF in het QRM Guru testlab.

Er is al veel gezegd over het belang van het aanbrengen van ferrite klapkernen, ringkernen en kralen op radio’s en andere huishoudelijke apparaten om QRM te bestrijden.

Artikelen over de juiste plaatsing van ferriet storingsonderdrukkers zijn er genoeg, maar er is maar weinig geschreven over de verschillende opties en waar je ze kunt kopen. In Australië zijn er slechts een beperkt aantal leveranciers die voorraad hebben. De grootte, vorm en kosten van ferriet variëren aanzienlijk. De verstrekte informatie kan minimaal of niet-bestaand zijn. In internationale catalogi vermelde onderdeelnummers voor ferrieten zijn over het algemeen niet beschikbaar in Australië en de aankoop ervan kan lange levertijden en hoge vrachtkosten met zich meebrengen.

Vaak weten we niet echt wat we krijgen en hoe effectief ze zullen zijn als ze eindelijk aankomen. Vanuit dit oogpunt lijkt het kopen en gebruiken van ferrietfilters meer op zwarte magie dan op de toepassing van radiowetenschap.

  • Hoe weet ik of de ferrieten die ik heb gekocht goed, slecht of totaal onwerkzaam zijn?
  • Krijg ik waarvoor ik betaal? Zijn dure ferrieten veel beter dan goedkope?
  • Hoe weet ik of één ferriet genoeg is? Zijn 2 of 3 samen echt de moeite waard?
  • Wat zijn de voordelen van klemmen boven kralen en ringen?
  • Zijn grote en zware ferrieten beter dan lichte en kleine?
  • Hoe ver in het radiospectrum gaan deze dingen voor mij werken?

Ferrieten zijn een soort keramiek gemaakt van ijzer en andere oxiden en zijn in verschillende vormen verkrijgbaar. De materiaalcombinatie wordt een “mengsel” genoemd.

De eigenschappen van deze mengsels bepalen waar en hoe ze kunnen worden gebruikt. Wanneer een draad door of in de buurt van ferrietmateriaal loopt, voegt het in feite weerstand toe aan die draad bij radiofrequenties, maar dit weerstandseffect varieert met de frequentie.

Elk ferriet heeft zijn eigen karakteristieke impedantiekromme waardoor het ongewenste RF-stromen kan absorberen voordat deze uw ontvanger of apparaat bereiken.

Helaas kun je niet zeggen wat die werkingscurve zal zijn door er alleen maar naar te kijken.

Voor dit experiment hebben we ferrieten gekocht bij de Australische retailers Jaycar en Altronics. We vergeleken deze met monsters van vergelijkbare grootte uit de QRM Guru ferrietkits, en vervolgens vergeleken we deze allemaal met enkele goedkope ‘no-name’ ferrieten van eBay.

De testmethodologie is belangrijk. We gebruikten een spectrum analyser met een tracking generator. De spectrumanalyser toont winst of verlies van radiofrequenties tussen twee willekeurige punten in het radiospectrum. Ons apparaat kan het radiospectrum scannen van 10KHz tot 1,5 GHz, maar in deze proef hebben we deze ferrietapparaten geprofileerd tussen 100KHz en 450MHz.

De volggenerator creëert een klein signaal dat regelmatig tussen twee frequenties veegt die we op een zeer gecontroleerd niveau controleren. We kunnen dan van de tracking generator naar de spectrumanalyser koppelen via een kleine koperen staaf, die onze testdraad wordt. Eerst ‘normaliseren’ we om te compenseren voor eventuele verdwaalde capaciteit en inductie rond ons testgebied. Een platte gele lijn staat voor nul dB. Deze lijn wordt ons referentiepunt voordat de filtering wordt toegevoegd. Wanneer een onbekend ferriet aan de testgeleider wordt toegevoegd, meten we een duidelijke plot die de unieke eigenschappen van dat item laat zien.

Met deze opstelling maakten we een grafiek van elk monster en registreerden vervolgens vijf unieke waarden die de doeltreffendheid ervan aangeven. We keken naar :

  • (A) De laagste frequentie waarbij het voorwerp onder het -3dB (half signaal) punt zakt.
  • (B) De hoogste frequentie waar de curve het -3dB-punt kruist.
  • (C) De frequentie (MHz) waar de grootste verzwakking plaatsvindt
  • (D) De maximale mate van verzwakking (piek -dB) die plaatsvindt.
  • (E) Het gewicht van elk ferriet. (in grammen)

Niet alle eigenschappen worden hier getest

Er zij op gewezen dat dit artikel uitsluitend gericht is op het gebruik van ferrieten voor geluidsdemping. In deze rol is de geabsorbeerde energie niet groot. Wanneer ferrieten worden gebruikt in omgevingen met hoge stromen, zoals in een zenderbalun, zal er een RF-vermogensdrempel zijn waar ze niet langer effectief energie kunnen absorberen en hun eigenschappen zullen beginnen te vervormen.

De effecten van oververhitting en verzadiging bij toepassingen met hoge stromen maken geen deel uit van deze studie.

Studie Resultaten

De onderstaande tabel bevat de ruwe resultaten van onze beoordeling, gegroepeerd in volgorde van leverancier en vervolgens van grootte. De cijfers kunnen in deze vorm moeilijk te verteren zijn, maar we kunnen uit deze testgegevens enkele zeer belangrijke bevindingen halen.

Merknaam versus prijs

De eerste belangrijke vaststelling is dat ze allemaal werkten. Ongeacht de bron was geen van de geteste monsters nep of defect. Ze waren allemaal in staat om radiofrequenties in meer of mindere mate te onderdrukken. Dit is geruststellend, want je kunt nooit de authenticiteit bewijzen door alleen maar naar een ferriet te kijken.

Uit deze voorbeelden kunnen we opmaken dat al deze klapferrieten, ongeacht hun herkomst, ten minste enige mate van effectiviteit in de shack bieden.

Ferriet type

De volgende observatie (met uitzondering van de Altronics Iron Core ring) is dat al deze materialen zijn samengesteld uit een vergelijkbaar mengsel van ferrietmateriaal.  De absorptiecurves kwamen allemaal redelijk overeen met mix 43.  Dit wijst erop dat hun toepassing geschikt is voor HF- en lage VHF-frequenties.   (De Altronics ring L4534A werd samen met de rest van de ferrieten gekocht, maar komt niet in aanmerking als ferrietapparaat.  Het is een ijzeren voorwerp in poedervorm met andere eigenschappen.  Wij hebben het voor het contrast in de test gelaten en zullen apart commentaar geven op deze apparaten).

Afmetingen vs. gewicht correlatie van klapferrieten

Klapferrieten zijn er in een verscheidenheid van fysieke maten en vormen.  Het is redelijk om te veronderstellen dat grotere ferrieten beter werken dan kleinere, maar is dit ook echt het geval?  Wij sorteerden onze monsters op gewicht en zetten deze grafiek uit om te zien hoe dicht de mate van absorptie van RF-energie het fysieke gewicht van elk monster volgde.

Het antwoord lijkt “gedeeltelijk ja” te zijn.  In het algemeen presteren zwaardere ferrieten beter dan lichtere versies, maar er waren een paar uitzonderingen die het erg goed deden.

De Altronics massieve ring L4534A (A3) deed het beter dan klemmen van vergelijkbaar gewicht, evenals de Jaycar LF1294 (J2).  Beide zijn rood omcirkeld in de grafiek hierboven.

Er is een correlatie tussen ferrieteffectiviteit en wanddikte.  Beide omcirkelde voorbeelden hadden een relatief kleine interne draadopening, waardoor de klemwand dikker was. Dat komt neer op een hogere dichtheid van ferrietmateriaal rond de enkele geleider, wat betere prestaties oplevert.

Daarentegen was monster E1 van eBay een fysiek grote klem, geschikt voor een dikke kabel van 12 mm.  Deze dunnere wanddikte verminderde de effectiviteit, zoals blijkt uit het geel omcirkelde meetpunt in de grafiek hierboven.

Dit effect is niet zo erg als het op het eerste gezicht lijkt, dus shop niet per se alleen voor dikwandige klemmen.  Bestudeer de volgende paragrafen in dit artikel waarin de meest effectieve manieren om ferrietklemmen te gebruiken worden onderzocht.

De laatste opmerking over de grootte van klemmen was dat de zeer kleine klemmen op ferrieten niet voldoende massa hebben voor goede prestaties.  De kleinste van de eBay-klemmen (E5) haalde niet eens -3dB.  Tenzij een kennis je er een heleboel voor niets geeft, valt er veel voor te zeggen om direct te mikken op middelgrote en grote klemmen, anders kunnen de resultaten tegenvallen.

Zijn vaste ferrietkernen beter dan klapkernen?

Dit bleek een gemakkelijke vraag om te beantwoorden.  Twee ringen van vergelijkbaar gewicht, gatgrootte en ferrietmix werden vergeleken.  De ene was massief en de andere was gespleten.

De resultaten waren vrijwel identiek.  Dit vertelt ons dat shoppen voor massieve kernen geen echt voordeel heeft ten opzichte van klapkernen.  Klapkernen kunnen echter op kabels worden aangebracht zonder dat de stekkers hoeven te worden verwijderd, en dat maakt ze een stuk praktischer.

Wat is de beste manier om ferrieten te gebruiken?

Een belangrijke vraag om te beantwoorden is “wat is de optimale configuratie voor de toepassing van ferrietklemmen“.  Het is gemakkelijk voor te stellen dat twee klemmen beter zijn dan één, maar hoeveel beter?

Voor deze test hebben we onze focus gericht op de QRM Guru klemmen (Q2) ontworpen voor 8mm draad.

Vergelijk de volgende screenshots en afbeeldingen van één en twee klapkernen:

Het is niet verwonderlijk dat een verdubbeling van de klemmen een extra 3 dB aan RF-absorptie oplevert.  Op 55 MHz sprong de piekabsorptie van -4,40 dB naar -7,54 dB.   Hieruit blijkt dat als één klem alleen niet voldoende is, er nog een klem bij moet voor betere prestaties.  Let wel, om nog eens 3 dB te bereiken, moet u weer verdubbelen van twee naar vier units.

Vervolgens onderzoeken we de effectiviteit van het meermaals doorlussen van een draad door een klem.  Dit kan alleen als er voldoende speling in de kabel zit, en als het gat in de kern groot genoeg is voor de extra windingen.

Dit is wat er gebeurt:

Dit is een heel interessant resultaat waaruit blijkt dat de enkele extra winding door de kern de absorptie verhoogt van -4,4 dB tot een enorme -12,41 dB.   Deze toename van 8 dB maakt één enkele klem even effectief als ongeveer zes van dergelijke klemmen op dezelfde draad.

Wil je enkele case studies zien over het gebruik van ferrieten?  Klik dan op onderstaande links

Waarom meer windingen ferrieten veel effectiever maakt

Dit effect is niet echt een mysterie als we uitsplitsen wat er gebeurt.  Als we ferriet aan een draad toevoegen, voegen we in feite serieweerstand aan die draad toe, maar dit weerstandseffect varieert met de frequentie.  Bij gelijkstroom hebben de ferrieten geen effect, maar wanneer een wisselspanning wordt toegepast, ontstaat een weerstand in de draad die door het ferriet wordt omgeven.  Hoe hoger de frequentie, hoe groter de verhoogde weerstand.  Deze weerstand hangt af van het type ferrietmateriaal, het volume ervan en de afstand van de draad.

Wanneer we de windingen door een kern vergroten, beginnen we ook een beroep te doen op de conventionele transformator theorie.  Zoals bij transformatorberekeningen is de impedantieverhouding altijd het kwadraat van de wikkelverhouding.  Dus een verhoging van het aantal windingen door de kern met x2 verhoogt de impedantie (en het dempingseffect) met x4.  Een toename van x4 komt overeen met een toename van 6dB.  In ons voorbeeld hierboven hadden we een grotere verandering van 8dB.  Dit kwam doordat de draad bij de eerste bocht, waar hij net door een klem ging, geen contact had met de uiteinden van de klem.  De eerste volledige lus door de kern levert dus meer voordeel op dan slechts één bocht.

Eerder merkten wij op dat klemmen met een dunne wand minder goed presteerden dan klemmen met een dikke wand.  Als de gereduceerde wanddikte echter meerdere slagen door de klem mogelijk maakt, wordt de aanvankelijk slechte reactie van een enkele draaddoorgang ruimschoots goedgemaakt.

De belangrijkste conclusie van deze observatie is dat u zoveel mogelijk wikkelingen door een ferrietklem moet voeren.  Dit is altijd goedkoper en compacter dan extra klemmen toevoegen aan dezelfde draad.  Als meer onderdrukking nodig is, voer dan beide handelingen uit.

Klapkernen in vergelijking met Ferriet ringkernen

De eerste testresultaten van ringkernen lieten slechte prestaties zien in vergelijking met klapkernen wanneer een enkele draad door een ring werd geleid.  Dit betekent niet dat ringkernen een slechte keuze zijn.  Ringkernen zijn een handige manier om bij een grote kabel meerdere windingen en een hoge blootstelling aan het ferrietmateriaal te bereiken.

In het onderstaande voorbeeld zien we de effecten van een enkele draad die één keer door een grote ringkern gaat en vervolgens in een ander experiment met vier volledige windingen.

Zeker, er is voldoende ruimte om nog meer wikkelingen toe te voegen, maar de snelle escalatie van HF-absorptie wordt zeer duidelijk vanaf slechts vier wikkelingen.

Bij VHF- en UHF-frequenties beginnen zich enkele onvoorspelbare dips en vervormingen voor te doen.  Dit komt vooral door de toegenomen strooicapaciteiten en resonantie-effecten van grote ringen in wisselwerking met de bedrading.

Ferrietringen worden een zeer praktische keuze wanneer de kabels dik zijn en veel onderdrukking nodig is.  Er is veel ferrietvolume in de grotere ringen, waardoor veel energie kan worden geabsorbeerd.

Het stapelen van ringen voordat wikkelingen worden aangebracht is een andere uitstekende manier om dat volume en de totale effectiviteit te vergroten.

Eén waarschuwing:  Een hoge aantal wikkelingen op een ringkern genereert ook hoge spanningen als er veel energie wordt gedissipeerd. Dit effect kan worden tenietgedaan zonder de absorptie te beïnvloeden als de ring gebalanceerde wikkelingen heeft aan de twee zijden van de ring.

 

 

Hoe belangrijk is het om de juiste mix te gebruiken?

Zoals eerder beschreven worden ferriet producten gemaakt met verschillende mengprofielen.  Deze verschillende mengsels absorberen RF-energie in verschillende delen van het spectrum.  Tot dusver hebben wij een reeks gangbare klap- en ringkernen onderzocht van mix 43, een gangbaar type voor algemeen gebruik. Sommige exploitanten willen echter een groter effect op de lagere HF-banden en dan zou mix 31 beter zijn. Deze mix is over het algemeen moeilijker te verkrijgen en duurder, dus het zou leuk zijn om te weten of het de moeite waard is.

Voor dit laatste experiment kochten we een aantal echte Fair Rite monsters die als Mix 31 waren geclassificeerd. Dit kwam qua grootte, vorm en gewicht zeer nauw overeen met de Jaycar LF1290 met zijn Mix 43 profiel.  Een goede fysieke match was belangrijk voor realistische vergelijkingen op HF-frequenties.

De resultaten bevestigen dat de Mix 31 ferrieten RF lagere frequenties beter kunnen absorberen dan de beter verkrijgbare Mix 43 samenstelling. Bij de enkele doorgang van een geleider op 3MHz was er een meetbaar absorptieverschil van 2,4 dB. Deze twee curven beginnen snel te convergeren naarmate de frequentie stijgt. Bij 30 MHz was het verschil slechts 0,8 dB.  Op 150 MHz volgen de twee lijnen een bijna identiek pad.

Op 80 meter levert de Fair Rite ferriet met zijn lagere mixwaarde superieure resultaten, maar het gewone Jaycar monster blijft niet ver achter.  Zoals we bij onze vorige metingen hebben gezien, worden de absorptie-effecten groter wanneer er meerdere windingen van geleiders worden toegepast.

In de praktijk zal een enkele wikkeling door beide typen klemmen nauwelijks een waarneembaar verschil in Common Mode-ruis opleveren. Meerdere windingen zijn nodig. Het succes van een goede filtering wordt daarom bepaald door het aantal windingen dat op een klem kan worden toegepast, afzonderlijk of als onderdeel van een keten van ferrieten.

Samevatting

Ferrieten spelen een belangrijke rol bij het onderdrukken van RF-storing.  Deze experimenten en tests hebben de onderliggende theorie geïllustreerd achter de praktische toepassing van ferrieten in uw streven om QRM te elimineren.  Ook zijn enkele van de mysteries rond ferrieten behandeld. Er is veel geschreven over dit onderwerp en er zijn veel gedetailleerde documenten beschikbaar voor degenen die wat dieper willen graven. Voor de meeste gebruikers zal dit artikel voldoende informatie bieden om aan de slag te gaan.

Alle ferrieten hebben een curve en een frequentie waar ze het meest effectief zijn. Dat die piekfrequentie niet is waar u wilt werken, betekent niet dat het apparaat niet geschikt is voor andere delen van het spectrum.  Het gaat erom dat er voldoende filtering is om het werk te doen zonder het budget op te blazen.

Zoals altijd is het goed om ervaringen en successen met anderen te delen, dus als u een succesverhaal hebt over het opheffen van storing met ferriet klapkernen en ringkernen, stuur dat dan door naar feedback@qrm.guru.

Dank aan Ian VK3BUF voor een praktisch inzicht in dit complexe onderwerp.  En ook dank aan Leigh VK5KLT voor het uitvoeren van een peer review.

Wilt u enkele case studies zien over het gebruik van ferrieten?  Klik op onderstaande links

Ian VK3BUF: “The Effectiveness of Ferrites

Josh KI6NAZ: “For most of us, RFI is around us all the time

Peter VK3YE: The best thing you can do for your ham station

Plasma TV storingen symptomen en mogelijke oplossingen

Wat leert u van onderstaand verhaal:

  • Hoe u een storing kunt identificeren door er naar te luisteren
  • Hoe u de veroorzaker van de storing kunt opsporen
  • Hoe u de storing kunt verminderen bij u zelf
  • Hoe u de storing kunt verminderen bij de stoorbron
  • Wat u zou kunnen doen als de storing niet of niet genoeg kunt verminderen om toch nog plezier in de hobby te behouden

 Gelukkig hebben niet veel mensen tegenwoordig nog een plasmatelevisie. Als u echter de pech heeft er een te bezitten, of als een buurman er nog steeds een heeft, dan is dit wat u kunt horen kunt krijgen op uw kortegolf ontvanger. De door de plasmatelevisie uitgestraalde elektormagnetische storing zal breedbandig zijn en kan zich uitstrekken van 160 meter naar de hogere HF-banden. Het is waarschijnlijk erger op de lagere banden, maar zal de hogere banden nog steeds enigszins onbruikbaar maken voor zwakke signalen. De stoorbron kan zich op honderden meters van uw station bevinden. Bent u zelf niet in het bezit van een plasma TV dan zou u kunnen proberen om de stoorbron uit te peilen met behulp van een draagbare ontvangen voorzien van een peilantenne.

Onderstaande korte video illustreert hoe een storing van een plasmatelevisie eruit ziet en klinkt.

Credit: KP4MD, YouTube

Stel u heeft de veroorzaker van de storing gevonden, dan staat u voor de volgende uitdaging.

Wat kan ik doen om deze storing te elimineren of te onderdrukken?

Plasmatelevisies veroorzaken extreem veel moeilijk te onderdrukken storingen. De door plasmatelevisies veroorzaakte storing is sterk en breedbandig. Mogelijk moet u verschillende methoden uitproberen om de storing tot een acceptabel niveau te reduceren. Begin met het bijhouden van een logboek bij, zodat u duidelijk weet wanneer het geluid actief is en op welke banden het van invloed is.

Als de televisie van een buurman is, lees dan zeker de artikelen op de website van de “EMC commissie” over het omgaan met buren.

  1. U kunt een Noise Canceller proberen, zoals de MFJ-1026 of de QRM Eliminator verkrijgbaar bij HAJE electronics.In  onderstaande tekst deelt van Steve, N4LQ zijn ervaringen over het reduceren van storingen veroorzaakt door een plasmatelevisie op de kortegolf.

    “Vergeet het gebruik van lijnfilters. De storing wordt door het scherm uitgestraald. Na maanden van experimenteren is de enige remedie de MFJ-1026 geweest en het werkt magisch! Het hebben van een K3 met LP-PAN of P3 maakt aanpassingen eenvoudig. Anders zou het heel vervelend zijn om de storing weg te regelen. Je hebt wel een degelijke antenne voor het ontvangen van de storing nodig door de MFJ-1026. De K3 heeft de RX-IN/OUT-aansluitingen waarmee je de MFJ-1026 gemakkelijk kunt koppelen en je QSK kunt behouden zonder het MFJ interne relais te gebruiken.

    Voor meer informatie kunt u met mij contact opnemen.
    73 Steve, N4LQ”

  1. U kunt proberen ferrieten te gebruiken om de storing te onderdrukken; zowel bij de bron als op uw station.Er zijn nogal wat berichten over dit onderwerp op qrm.guru. Lees de berichten over het gebruik van ferrieten om de storingen te onderdrukken. Aangezien plasmatelevisies zulke sterke ongewenste signalen uitstralen, kan het nodig zijn om grote, zware ferrietringen of grote snap-ons te gebruiken. Breng ferrieten aan in alle kabels die met de TV verbonden zijn. Probeer het maximale aantal windingen door de kern halen. Kernmateriaal van het type 31 heeft de voorkeur, afhankelijk van de frequenties waarop de storingen zich voordoen, kan ook voor het vaker goedkopere type 43 gekozen worden Toepassen van dit materiaal kan goede resultaten geven als de storing niet zo intens is en/of de frequenties waarop de storing hoorbaar is liggen op de hoger HF banden. Voor de lagere HF- en MF-banden is kernmateriaal van het type 31 beter geschikt.

Niks werkt?

Als niets werkt is het misschien het overwegen waard om samen met uw buurman voor hem een nieuwe LED televisie te kopen. De nieuwe generatie platte TV’s genereert veel minder storing dan de oude plasmatelevisies.

Het kost u dan misschien wat geld, maar als u weer kunt genieten van u hobby is het het meer dan waard.

Ga in overleg met de eigenaar

Je moet goed met je buren kunnen opschieten, niet alleen vandaag, maar nog vele jaren.

Dit artikel gaat over sociale vaardigheden, diplomatie, inlevingsvermogen en communicatie. Neem altijd een vriendelijke en meewerkende houding aan in de omgang met buren. Misschien kunnen ze vrienden worden? Zorg er zeker in ieder geval voor dat ze niet je vijanden worden.

Een prettige en meewerkende buurman zal je leven zoveel draaglijker maken. Ook al ben je een gelicenseerd radioamateur en voldoet je aan alle wet- en regelgeving, onze hobby wordt vaak als achterhaald beschouwd door de bredere gemeenschap en voor velen worden wij radioamateurs vaak ook nog eens verward met de radiopiraten.

Het is onze taak om dit imago probleem proactief aan te pakken, niet alleen om de hobby in het algemeen meer bekendheid te geven, maar ook om in goede harmonie met de buren te kunnen samenwerken bij het oplossen van storingsgerelateerde problemen in de breedste zin van het woord. Denk hierbij aan storingen die zij bij jou veroorzaken, maar ook storingen die jij bij hen kunt veroorzaken.

Als je de pech hebt om naast een slechte buurman te wonen, moet je er alles aan doen om deze situatie om te keren. Als je je bewust wordt van iets dat je buren dwars zit, of een probleem voor hen kan zijn, onderneem dan zelf stappen om het probleem aan te pakken. (bijvoorbeeld overhangende takken terugsnoeien, ballen in de tuin, of een stinkende vuilnisbak).

Bied aan om te helpen met klusjes of een probleem waarvan jij vaardigheden hebt die zij niet hebben. Bouw een relatie op waardoor ze hopelijk ontvankelijk en bereid zijn om met jou samen te werken om storingsproblemen op te lossen.

Als je niet zeker bent van het omgaan met conflicten, of niet over goede diplomatieke en sociale vaardigheden beschikt, overweeg dan om een ​​vriend om hulp te vragen. Wat je ook doet, verlies je kalmte niet. Laat de situatie niet escaleren.

Communicatie

Zoals reeds benadrukt, is communiceren de eerste en meest cruciale stap bij het oplossen van een storingsprobleem met je buren. Als je ergens last van hebt, of als je merkt dat je buren ergens last van hebben, onderneem dan uit eigen beweging stappen om in overleg te komen, en kijk of je tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunt komen.

Als je vermoedt dat je je buren stoort, zorg er dan voor dat je een gedetailleerd logboek bijhoudt van al je radioactiviteiten. Vraag ook aan je buren om een ​​logboek bij te houden van de storingen die zij ondervinden. Hier is een voorbeeld van een logboek dat door uw buurman bijgehouden kan worden.

Als je vermoedt dat je buurman je stoort, volg dan dezelfde aanpak. Houd dan zelf een gedetailleerd logboek bij.

Je benadering van de buren moet beleefd en vriendelijk zijn. Onthoud dat als je buren storing hebben ze waarschijnlijk toch al denken dat de storingen veroorzaakt worden door jouw antenne installatie. Vermijd agressieve taal of beschuldigingen. Streef naar begrip, leef je in in hun situatie  en streef naar een gezamenlijke oplossing.

Denk altijd aan het volgende:

  • Blijf bij de feiten
  • Ben duidelijk en specifiek in uw taalgebruik
  • Blijf beleefd en attent

Je komt voor diverse uitdagingen te staan die je mogelijk moet overwinnen; taalbarrières, culturele barrières, leeftijdsverschillen, en meer. Afhankelijk van de relatie met je buren, en de omvang van de storingsproblemen waar je mee te maken hebt, kunt je je buren ook doorverwijzen naar de website van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, RDI https://www.rdi.nl/

Als je hiervoor kiest, houdt er dan wel rekening mee dat veel mensen niet technisch zijn en niet bereid zijn om mee te werken. Begeleid ze door de documenten, leg de details uit en beantwoord alle vragen die ze hebben. Het belangrijkste advies is om je in te leven in hun situatie als zij bij jou aan de deur zouden staan met een klacht, blijf beleefd en openhartig. Verplaats jezelf in hun schoenen.

1. Ga op een redelijk tijdstip gedurende dag persoonlijk langs bij de bewoners van het huis waar vandaan mogelijk de storing komt.

2. Stel jezelf voor en leg uit waarom je daar bent.

3. Doe je best om uit te leggen wat er aan de hand is. Houd het simpel en begijpelijk voor iemand die mogelijk geen technische achtergrond heeft.

4. Leg uit wat je hobby inhoudt.

5. Laat op je mee gebrachte ontvangen aan de bewoner de storing waar jij hinder van hebt horen.

6. Vraag aan de bewoner of zij willen meewerken bij het opsporen van de storing in hun woning door het spanningsvrij maken van de mogelijke veroorzakers van de storing terwijl je een ontvanger in de gaten houdt om te zien of de storing verdwijnt. (U moet er 100% zeker van zijn dat het probleem bij de bewoner ligt voordat u verder gaat)

7. Als u de stoorbron heeft kunnen vinden kunt u aangeven dat u mogelijk bereid bent financiële hulp aan te bieden om het probleem op te lossen. (Nu begrijp ik dat u, deze benadering misschien onverteerbaar vindt. Ik vraag alleen: welke waarde hecht u aan het kunnen genieten van uw hobby? Hoeveel geld heeft u al geïnvesteerd in uw installatie en uitrusting van uw stations? Honderd euro investeren, en vervolgens weer storingsvrij op H.F kunnen werken kan de investering best waard zijn)
8. Geef de bewoner advies en test voordat u iets gaat vervangen of de vergangende apparatuur aan alle eisen voldoent. (Het laatste wat u wilt doen, is bijvoorbeeld storende LED-verlichting vervangen door storende LED-verlichting. In mijn geval had de eigenaar goedkope LED-verlichting gekocht bij een onlineverkoper. Ze voldeden niet aan de eisen en straalden interferentie uit van 1 MHz tot 100 MHz. Ik kocht in de bouwmarkt nieuwe LED verlichting voor de buren en teste deze uit. Bij het inschakelen van deze LED verlichting was geen storing waarneembaar)

9. Kom de bewoner financieel tegenmoet in eventuele kosten bij het vervangen van de stoorbron of het aanbrengen van ontstorings maatregelen.
Breng zelf geen wijzigingen aan in de elektrische installatie of apparatuur van de bewoner. Mocht er in de toekomst iets stuk gaan dan kunt u hiervoor verantwoordelijk gehouden worden en kan de bewoner de eventuele kosten voor het oplossen van de storing op u verhalen.

10. Blijf onder alle omstandigheden rustig, hoffelijke bij het communiceren met de bewoner.

11. Haast u niet en oefen geen onnodige druk uit op de bewoner, u heeft de medewerking van de bewoner nodig. Met rust en vriendelijkhied komt u verder. (Het duurde 7 weken om mijn probleem op te lossen)

12. Wordt het overleg wat stroever geef aan dat u veel liever probeert een minnelijke oplossing samen met de bewoner te vinden door met de bewoner samen te werken.

13. Komt u er samen niet uit en heeft u sterk het vermoeden dat het apparaat dat de storing veroorzaakt niet aan de CE eisen voldoet geef dan aan dat u een klacht gaat indienen bij het Agentschap Telecom.

14. Ik geniet nu van storingsvrije H.F.-communicatie naar korte weg Afrika en lange weg Noord-Amerika. Wat mij betreft de moeite waard!

Logboek m.b.t. de storing

Waarom een logboek bijhouden?

In veel gevallen is het niet direct mogelijk om eenduidige conclusies te trekken over oorzaak en gevolg. Door een goed logboek bij te houden verzamel je waarnemingen en omstandigheden waarmee aannames kunnen worden getoetst. Het kunnen uitsluiten van een oorzaak is daarbij vaak nog belangrijker dan verder aannemelijk maken van een vermoeden.

Logboek (met voorbeeld)

DatumTijd (begin-eind)QRG
storing
detail QRGBeschrijving van de storingKarakteristiek of patronen in de storingOpname?
Za 28-11-20231930-200080 t/m 15melke 56 kHz, driftpulserende ruis, S9Hoeveelheid ruis varieert van weinig tot veel, bandbreedte constantaudio + video spectrum
       
       
       
       
       

Wat als je storing hebt uit de omgeving?

Voordat je met buren of instanties in gesprek gaat is het van groot belang dat je jouw huiswerk op orde hebt. Een gedetailleerd en gestructureerd overzicht van je onderzoek is van belang om anderen te overtuigen. Het kan ook helpen om gerichter op zoek te gaan naar een oorzaak en de beschikbare tijd dat buren willen meewerken efficiënt te benutten.

Mocht het een zaak worden voor de RDI dan kan het hen ook tijd besparen en helpen om een goede analyse te maken.

  • Maak een zo goed mogelijk profiel van de storing, zie https://pi4vlb.nl/maak-een-profiel-van-de-storing/
  • Om patronen te ontdekken kan het nodig zijn om op meerdere verschillende momenten een nieuw profiel te maken met een zo gedetailleerd mogelijke opsomming van de omstandigheden.
  • Indien je denkt dat je een oorzaak kan uitsluiten, noteer dat dan inclusief de zo gedetailleerd mogelijke onderbouwing van je conclusie.
  • Indien je een vermoeden hebt om verder te onderzoek, bedenk dan vooraf wat je zou willen meten of waarnemen zodat je hier conclusies uit kan trekken.
  • Het is denkbaar dat je meerdere stappen nodig hebt om voortgang te boeken. Een gedetailleerd logboek kan je dan helpen om overzicht te houden en te reconstrueren welke waarnemingen bij welke omstandigheden hoorden.

Het verhaal van de netwerkswitch en de QRM op 20 meter

Wat leert u van onderstaand verhaal:

  • Hoe u een storing kunt identificeren door er naar te luisteren
  • Hoe u de veroorzaker van de storing kunt opsporen
  • Hoe u na het opsporen van de veroorzaker van de storing kunt controleren of dit daadwerkelijk de boosdoener is
  • Hoe u de storing kunt verminderen, door deze bij de bron aan te pakken
  • U na een eerste poging om de storing te verminderen niet teleurgesteld moet zijn dat het u niet gelukt is om de storing volledig of niet we te krijgen
  • Hoe u de storing verder kunt verminderen door extra maatregelen te nemen

 Tegenwoordig is of kan bijna al onze appartuur in huis aangesloten worden op het internet, het internet of things, dit gaat van TV’s tot koelkasten tot koffiezetapparaten.

In dit voorbeeld vertelt een amateur zijn verhaal over de storingen die hij ondervond op de 20 meter band nadat hij verhuisd was naar zijn nieuwe woning. Bij de bouw van de woning was er op 14 punten in het huis de mogelijkheid een apparaat, bedraad, met het internet te verbinden middels een RJ45 wandcontactdoos. De wandcontactdozen waren middels Cat6 kabels op een 24 poorts IP netwerkswitch aangesloten.

De netwerkswitch en het modem bevonden zich in de garage. Alle apparatuur, TV, PC’s, internet radio’s, aangesloten op deze configuratie werkte perfect.

Alles in huis werkte tot tevredenheid, tot dat de amateur in kwestie zijn transceiver op 20 meter zette en hij om de 60 kHz een stoorsignaal met een sterkte van S7 hoorde. Op het scherm van zijn onvanger zag hij onderstaand spectrum.

Credits: QRM-Guru.

Op 14,150 MHz hoorde hij een mooie fluittoon. Met behulp van zijn draagbare Sony HF ontvanger, afgestemd op 14,150 MHz, liep hij door het huis op zoek naar de veroorzaker van deze storing. Het signaal hoorde aan als een multi tone data stroom. Waardoor hij besloot met ontvanger de netwerkaansluitingen in zijn huis nader te onderzoeken. Het bleek dat het stoorsignaal heel sterk ontvangen werd in de buurt van de RJ45 wandcontactdozen en in de buurt van de Cat6 kabels tussen de wandcontactdoos en het apparaat waarmee deze verbonden was. In de buurt van de netwerkswitch was het signaal het sterkst, de S-meter op de ontvanger wees nagenoeg volle schaal aan.

Zijn vermoeden was dat de storing van de netwerkswitch afkomstig moest zijn.

Zijn vermoeden werd bevestigd door de netwerkswitch uit te schakelen. De fluittoon op 14,150 MHz was verdwenen en ook de overige storingen om de 60 kHz waren verdwenen.

De grote was vraag nu: “Hoe ga ik dit probleem oplossen?”

Hij besloot dit probleem rigoureus aan te pakken door in plaats van 14  netwerk aansluitingen over te gaan op nog maar 10 netwerk aansluitingen. Dit betekende ook dat zijn 24 poorts netwerkswitch overbodig was en hij voldoende had aan een netwerkswitch met 8 poorten, samen met de 3 poorten op zijn modem had hij voldoende aansluitmogelheden voor zijn apparatuur.

De langste Cat6 kabels en de Cat6 kabels die het dichts in de buurt van zijn 20 meter antenne liepen koppelde hij los.

De 24 poorts netwerkswitch werd vervangen door een 8 poorts switch van een ander merk.

De QRM was gedaald met 4 S punten tot een S3, maar de storing was er nog steeds.

Om de storing nog verder te kunnen reduceren kocht hij een aantal ferriet kernen en voor de kabels waar hij geen ferriet kernen kon gebruiken kocht hij snap on kernen.

Iedere Cat6 kabel die uit de switch of het modem kwam voorzag hij van een ringkern met minimaal 6 windingen van de Cat6 kabel, zo dicht mogelijk bij de switch en het modem.

Tevens voorzag hij alle kabels tussen de RJ45 wandcontactdoos en het apparaat dat op deze wandcontactdoor aangegsloten was van een ringkern met minimaal 6 windingen van deze kabel.

Credits afbeeldingen: QRM-Guru.

Het stoorniveau was nu gedaald tot een acceptabele S1.

Denk aan uw veiligheid bij het werken aan onder spanning staande apparatuur

230 Volt netspanning kan dodelijk zijn.

In sommige artikelen op deze website wordt de noodzaak van het filteren van de netspanning besproken, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een netfilter.

Voor het filteren van de netspanning zijn er bij diverse leveranciers netfilters of bouwpakketten te verkrijgen voor het zelf samenstellen van een netfilter.

Houd er rekening mee dat u bij het inbouwen van deze filters ervoor zorgt dat het apparaat waarin u het filter gaat inbouwen eerst spanningsloos wordt gemaakt. Doe dit niet alleen door de hoofdschakelaar van het apparaat, indien aanwezig, op uit te zetten maar verwijder ook de stekker uit het stopcontact.

U kunt er ook voor kiezen om de netfiltering niet in te bouwen in een bestaand apparaat maar deze extern aan te brengen. Ook dan dient u er voor te zorgen dat het niet mogelijk is dat u of anderen de geleiders aan kunnen raken die onder spanning staan. Vergewis u ervan dat alles goed geisoleerd of afgeschermd is.

Bouw bij voorkeur het netfilter in een geisoleerde behuizing in waarbij u aan eenzijde van het filter een stekker monteert en aan de andere zijde een stopcontact waarop u het te ontstoren apparaat aansluit.

Zoek de stoorbron op (samen met de eigenaar)

In deze stap wordt uitgelegd hoe je een stoorbron kunt opzoeken:

Zoeken van een stoorbron – in je eigen huis

Je hebt door het uitschakelen van groepen in de meterkast in je eigen huis vastgesteld dat de storing waarschijnlijk uit je eigen huis komt, Middels onderstaande procedure ga je nu verder op zoek naar de stoorbron.

  1. Sluit je ontvanger aan op een batterij of accu, en zorg dat deze niet meer met het lichtnet verbonden is
  2. Controleer of je de storing nog steeds waarneemt!
  3. Je weet uit het vorige onderzoek al uit welke groep de storing afkomstig was.
  4. Zoek nu uit welke apparaten of lichtpunten op deze groep aangesloten zijn, door deze groep opnieuw uit te schakelen. Controleer meteen even of de storing nu weer weg is.
  5. Onderzoek welke apparaten, stopcontacten en lichtpunten nu geen stroom meer krijgen. Maak een lijstje van deze apparaten, stopcontacten en lichtpunten
  6. Schakel nu deze groep weer in, en controleer of je de storing weer waarneemt!
  7. Schakel de apparaten in de groep nu één voor één uit. Doe dit door de stekker uit het stopcontact te trekken, dan weet je zeker dat het apparaat in zijn geheel uitgeschakeld is. Doe dit totdat de storing verdwenen is.
    Let daarbij ook op apparaten met thermostaten zoals vriezers en koelkasten, TV’s, set-top boxen, dimmers, LED lampen, telefoonladers, internet routers en -switches, en powerline adapters (internet over het lichtnet)
  8. Heb je de stoorbron gevonden, volg dan de stappen “los de storing op (in overleg met de eigenaar)”

Zoeken van een stoorbron – in het huis van iemand anders

Je hebt door het uitschakelen van alle groepen en de hoofdschakelaar in de meterkast in je eigen huis vastgesteld dat de storing zeer waarschijnlijk niet uit je eigen huis komt. Je hebt vervolgens de locatie van de stoorbron opgezocht en nu vermoed je dat de storing afkomstig is uit het huis van een buurtgenoot. Je bent vervolgens in goed overleg met je buren gegaan, en ze zijn bereid gevonden om mee te werken aan je onderzoek of de storing inderdaad uit hun woning komt. Middels onderstaande procedure ga je op zoek naar de stoorbron in het huis van je buren.

Het is fijn zijn dat je samen met je buren in hun woning op zoek kunt gaan om te proberen de storingsbron te lokaliseren, en het spreekt natuurlijk voor zich dat je daarbij de eigendommen en de privacy van je buren respecteert.
Houd je daarom aan de volgende regels:

  • Wees extra voorzichtig dat je niets kapot maakt en natuurlijk, als je dat doet, herstel dan onmiddellijk op eigen kosten;
  • Geef uitleg welke apparatuur je gebruikt en hoe deze werkt;
  • Zeg steeds wat je gaat doen, en doe vervolgens wat je zegt;
  • Laat je buren zélf hun groepen in de meterkast, en apparaten in- en uitschakelen;
  • Houd een verslag bij van je onderzoek en wat je hebt waargenomen;
  • Geef je buurman na afloop een samenvatting van wat je hebt ontdekt.
  1. Volg nu in het huis van je buren dezelfde procedure die je al in je eigen huis gevolgd hebt, waarbij je door één voor één uitschakelen van groepen in de meterkast bepaalt of de storing daarmee verdwijnt. Laat je de buren daarbij zélf de groepen uit- en weer inschakelen!
  2. Als de storing daarmee niet verdwijnt, dan kwam de storing toch niet uit het huis van je buren! Maak je verontschuldigingen voor het ongemak, bedank hen voor de samenwerking, en ga opnieuw op zoek naar de locatie van de storing!
  3. Als de storing daarmee wél verdween, dan ga je vervolgens samen met de buren op zoek naar het apparaat dat de storing veroorzaakt, zoals aan het begin van dit artikel beschreven. Alleen laat je daarbij ook nu de buren zélf hun apparaten uit- en inschakelen.

Opsporen storing van het stroomnet met een VHF AM ontvanger

Met dank aan George Smith G8AOJ en de RSGB

“Gedurende enkele maanden had ik last van een breedbandige storing met wisselende sterkte over de hele 2 meter band. Dit manifesteerde zich soms tot S7 sterk, voortdurend gekraak ”

Lees hoe George deze storing wist op te sporen.

Dit artikel is auteursrechtelijk beschermd door de Radio Society of Great Britain en gereproduceerd met hun vriendelijke toestemming.

Technisch

VHF AM Ontvanger

Voor het opsporen van storing van (hoog)spanningsleidingen

Nu volgt vertaling van pdf deel 1, copyright bij de RSGB

PDF 1

Gedurende enkele maanden had ik last van een breedbandige storing met wisselende sterkte over de hele 2 meter band. Dit manifesteerde zich soms tot S7 sterk, voortdurend gekraak. Het ging zo ver dat gemiddeld sterke en zwakke FM signalen onneembaar werden. Met een verticaal gepolariseerde  antenne was het absoluut onmogelijk te bepalen uit welke richting de storing kwam, maar met een horizontale yagi antenne bleek dat het signaal van voorbij de straat kwam, aan de voorkant van het huis. Mijn QTH is in het Dean bos en in die richting is een brede vallei met maar 2 huizen, waarvan het dichtstbijzijnde 300 meter weg is. Een halve mijl (1 km) van mij vandaan ligt een klein dorp en een industriegebied. De storing was buiten normale werktijden aanwezig, dus vermoedde ik dat de storing van de 11kV hoogspanningslijn of de 240V lijnen, die door het dal lopen, moest komen. Ik heb diverse draagbare 2 m ontvangers, maar alleen met FM of SSB. Met FM is het niet gemakkelijk kleine verandering in signaalsterkte te detecteren; met SSB de storing was significant zwakker vanwege het smalle bandfilter. Dus geen van de modes was geschikt. Waarom niet eens AM proberen? Maar wie heeft tegenwoordig een draagbare AM VHF ontvanger? De 108-136MHz band is dichtbij genoeg bij de 2m (wat betreft breedband storing), dus dacht ik, laat ik een luchtvaartband ontvanger proberen. Het internet afsporend naar geschikte apparaten, kwam ik bij enkele goedkope luchtvaartband AM ontvanger bouwpakketjes voor ca € 10,- tot € 25,-. Enkele duurdere exemplaren worden geleverd met een kleine aluminium doos. Van deze hebben sommige een geprint filter dat geen afregeling behoeft. Op de site stond er ook een schema, zie fig. 1. Het origineel schema bestuderend, zag ik een AGC lijn rond de IF trap (LM358-2 in fig. 1).

S-meter

Het frontpanel heeft net genoeg ruimte voor een kleine meter die de signaalsterkte weergeeft. Ik wist de hand te leggen op een edge-reading 100 µA meter van CPC (order nummer PM11086), maar elke fysiek dezelfde kleine meter is ook goed. De meter locatie is krap. Voor de meter heb ik een gat van 34×14 mm gebruikt, 3-4 mm van de bovenkant van het panel en 13-14 mm van de rechter kant. Elke grotere afstand van de bovenkant zal er voor zorgen dat de meter de onderdelen op de print  en volume knop aanraakt. Te ver naar rechts en hij komt aan de behuizing en te ver naar links, aan de LED. In mijn geval was de behuizing voorgeboord, maar moest nog bijgeschaafd worden om in lijn te komen met de voedingsconnector. In mijn bouwpakket was er geen voorziening op de print om een aan-uitschakelaar of een LED aan te sluiten. Andere bouwpakketten kunnen dat wel hebben. Teken de plaatsen van de gaten aan de achterkant van het panel, zodat de voorkant onbeschadigd blijft en zaag het gat voor de meter voor het plaatsen van de knoppen. De beugels die bij de meter zitten,

PDF 2

 moeten worden omgedraaid, opnieuw geboord (2 mm) en op maat gemaakt worden om te passen. Ze worden vastgezet met de 2 meegeleverde M2 schroeven. Afhankelijk van de leverancier kunnen sommige onderdelen verschillend zijn gelabeld. Mijn bouwpakket verschilde ietwat van het schema. De ferriet voet zat tussen de voedingsconnector en de spanningsregelaar, i.p.v. achter de regelaar zoals in het schema. Voordat de print werd voorzien van de onderdelen, werd er een voorziening getroffen om de schakelaar te verbinden met de voedingsspanning en voor de LED indicator (met een 2k2 serieweerstand voor de 12V voeding) tussen de schakelaar en de massa. De ferriet voet (Z1) werd gebruikt als 12V spanning aftappunt voor de schakelaar.   Ik monteerde enkele componenten (R16, R17 in fig. 1 – kan ook gemerkt zijn als R14 & R16 in sommige bouwpakketten) anders  om dan op de print staat aangegeven, vanwege de S-meter. Bij testen na voltooiing ontdekte ik dat een silicium diode en een 50 k trim-pot nodig waren in serie met de meter om de AGC offset te verminderen bij geen signaal, en om bij maximale signaalsterkte de volle schaal uitslag te beperken. De S-meter, in serie met een 1N4148 diode en een 50k trim pot wordt aangesloten tussen R16/18 en massa. Het bouwpakket is rechttoe rechtaan en op één  avond worden gebouwd. Foto 1 toont het complete, aangepaste frontpanel. Op foto 2 is de 50k trim pot en de diode te zien, vast gesoldeerd aan de aansluitingen van de S-meter. Het AGC aftap punt zit onder de aan-uitschakelaar. De LED en serie weerstand is op de schakelaar aangesloten, en de voedingsspanning komt van de ferriet voet rechts beneden vlakbij de DC input connector. Het geprinte input band pass filterspoelen zijn aan de linker zijde van foto 2 zichtbaar.

Afregeling

Zoals ontworpen, is de ontvanger bedoeld voor de ontvangst van de VHF burgerluchtvaartband, 108-136MHz, in werkelijkheid loopt het bereik echter tot ongeveer 162Mhz. Als je het afstembereik wilt verkleinen tot de 2 m band, moet je condensator C14 vervangen door een kleinere waarde, en de VCO afstemspoel aanpassen (ligt groen, in het midden van de print, gedeeltelijk afgedekt door de rode & zwarte draden) aan het nieuwe bereik.  Je moet ook nog transformator T1 (blauwe kern, metalen behuizing, midden rechts op foto 2) op maximale ruis.

In gebruik

Ik gebruikte een kleine 2 m HB9CV beam met korte coaxkabel met BNC connector. Het voordeel hiervan is de draagbaarheid en richtingsgevoeligheid zonder te veel gesleep. Het liefst had ik een met metaal afgeschermd BNC chassisdeel, maar er zat een kunststoffen chassisdeel bij het bouwpakket, waarschijnlijk omdat die goedkoper is. Je kunt die vervangen als je er ook zo over denkt. Een kleine (4Ah) lood accu leverde de voedingsspanning; de stroom die werd getrokken was ca 40 mA, dus de levensduur van de accu levert waarschijnlijk geen probleem op. De audio output – die meer dan voldoende was – werd naar een koptelefoon gevoerd via de 3,5 mm jackplug. Elke koptelefoon zal werken, hoewel je in een rumoerige omgeving zult gaan peilen, en een oor bedekkende koptelefoon, die het achtergrond geluid afschermt, zal dan beter zijn. (maar kijk goed uit voor het verkeer, dat ook stiller zal klinken dan normaal).

Ik vond de ontvangers RF-gevoeligheid nogal goed, met een ca 3 µV drempel. Met gemak kon ik de vliegtuigen in de buurt horen, zelfs met de antenne afgestemd op 2m. Hoewel, de onderdrukking van de spiegelfrequentie is slecht en de overall prestatie weerspiegelt de prijs. Sinds de storing die ik opspoorde breedbandig was, hoefde ik alleen maar op maximale storing af te stemmen, i.p.v. bezig te zijn met de juiste frequentie waarop ik aan het luisteren was. Het dragen van een gereedschapsriem om de radio en de accu te dragen, maakte het zoeken veel eenvoudiger, waarbij ik beide handen vrij had voor het vasthouden van de antenne, en het afstemmen op maximale storing. JE MOET ten alle vermijden dat je antenne in de buurt van hoogspanningskabels komt. Dit kan fatale gevolgen hebben. Ik kon meteen bevestigen dat de storing uit de vermoedde richting kwam. Te voet verder lopend kon ik vaststellen dat de 240V spanningskabel boven de weg, en de huizen niet de oorzaak van de storing waren.; De storing kwam van verder weg. Na herhaaldelijke peilingen en nog meer wandelen door het dal, ontdekte ik dat de hoofdbron van de storing waren een stel 11 kV masten met verbinding naar een ondergrondse kabel, op ca 700 m van mijn huis. Onder de masten was het signaal zo sterk, dat ik de antenne kon afkoppelen en het signaal nog kon waarnemen via instraling op de voedingskabel en koptelefoonkabel. Hiermee kon ik naburige masten controleren, waar het signaal veel zwakker was, daarmee bevestigend dat zij niet defect waren. De storing was grillig en staccato qua geluid en varieerde van amper waarneembaar tot sterk, bijna onafhankelijk van dag en tijd. En na een lange periode loggen van de S-meter waardes van de storing, kwam ik er achter dat het signaal bij regen helemaal verdween. Na de elektriciteitsmaatschappij te hebben geïnformeerd over het probleem, en hun het mastnummer te hebben gegeven, verdween het probleem tenslotte helemaal!

Zoek de locatie van de stoorbron op

Om de stoorbron te lokaliseren heb je wat hulpmiddelen nodig:

  • Ontvanger;
  • Antenne;
  • HF sniffer;
  • HF versterker;
  • Verzwakker.

Moet je op zoek gaan naar een storing die niet afkomstig is uit je eigen huis dan kun je het beste gebruik maken van een draagbare ontvanger en een richtingsgevoelige antenne.

Ben je opzoek naar een storing in je eigen of andermans huis en kun je de netspanning niet uitschakelen dan kun je bij het zoeken naar de stoorbron gebruik maken van een draagbare ontvanger en (kleine) richtingsgevoelige antenne of een zogenaamde HF snuffelaar.

Een HF sniffer bestaat uit een elektronische schakeling met een antenne die het stoorsignaal hoorbaar maakt in een hoofdtelefoon of zichtbaar maakt op een meter of LED display als je dicht in de buurt van de stoorbron komt.

De ontvanger

  • Moet een externe antenne aansluiting hebben;
  • Heeft deze ontvanger een eigen antenne, dan moet deze uitschakelbaar zijn;
  • Geschikt zijn voor AM;
  • De AGC van de ontvanger moet bij voorkeur uitgeschakeld kunnen worden;
  • Voorzien zijn van een signaalsterkte indicatie.
  • Als ontvanger zou je bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van een:
    • Draagbare wereldontvanger
    • Draagbare transceiver zoals de FT-817, VX-2,…
    • SDR ontvanger zoals Perseus, Funcube dongle, Malachit,…
    • TinySA.

De antenne:

  • Moet bij voorkeur breedbandig zijn
  • Draagbaar
  • Richtingsgevoelig

Voorbeeld van een peilantenne.

Een antenne die zijn diensten bewezen heeft is de vlag-antenne van Don Kirk WD8DSB, beschreven in QST maart 2021. Met toestemming van Don en Becky Schoenfeld, W1BXY, Editorial Director van QST, hier de belangrijkste punten.

Meer informatie vind je op de website van Don: https://sites.google.com/site/portableflagantenna/
en in zijn het artikel lezen in QST van maart 2021: https://drive.google.com/file/d/1DPuyg–nBst8dND66QytZ04nxXmQGYbZ/view.

De antenne is bruikbaar tussen 1,8 en 30 MHz en is richtingsgevoelig, zoals blijkt uit het stralingsdiagram.

In de afbeelding zie je een simulatie het stralingsdiagram van deze antenne in 4nec2. In dit diagram is duidelijk te zien dat deze antenne een “voor- en achterkant” heeft met een duidelijk dip aan de achterzijde van de antenne (bij 90°). Hiervan kunnen we handig gebruik maken bij het uitpeilen van de stoorbron.

In de praktijk is het handigste om op een zogenaamd minimum te peilen. Dit wil zeggen je draait met de antenne zolang rond totdat het signaal nog minimaal hoorbaar is op je ontvanger. Een zijde van de antenne wijst dan in de richting van de stoorbron. Dat het een voordeel is om op een minimum signaal te peilen in plaats van op maximale signaalsterkte is ook te zien in de simulatie van het stralingsdiagram. De minimale signaalsterkte geeft duidelijke dip in de signaalsterkte en dus een scherpe en eenduidige aanwijzing in de richting van de stoorbron. Terwijl het maximale signaal over een breed gebied niet verandert (tussen minstens 225° en 315° in de simulatie).

Als de stoorbron ver verwijderd is van je eigen QTH kun je deze mogelijk niet horen op de vlag-antenne. In dit geval is het nuttig een voorversterker te gebruiken, bijvoorbeeld de voorversterker ontwikkeld door W7IUV. Meer informatie over deze voorversterker vind je op de website https://sites.google.com/site/rxpreamps.

Dichterbij de stoorbron zal het nodig zijn om de versterking te verminderen om oversturing van de ontvanger te voorkomen en nog steeds op een scherp minimum signaal te kunnen peilen. Je kunt dit doen door de voorversterker uit te schakelen, of een schakelbare verzwakker te gebruiken zodat je de gain in stappen kunt verzwakken. Plaats deze verzwakker voor de voorversterker, zo voorkom je dat deze overstuurd wordt als je dichter bij de stoorbron bent. Bouw de versterker en verzwakker in een HF dichte doosje.

Peilen met de vlag antenne.

Voor de amateur die geen ervaring heeft met het uitpeilen van een zender volgen nu een paar tips over hoe dit aangepakt kan worden met behulp van de vlag antenne. Zoals hierboven al beschreven is het, het beste om zolang met de antenne om zijn as te draaien totdat het stoorsignaal met een minimale sterkte ontvangen wordt. De zijde waar de afsluitweerstand zit wijst dan in de richting van de stoorbron.

Loop nu in de richting van de stoorbron en zorg ervoor, door de antenne te draaien, dat het ontvangen signaal steeds de minimale signaalsterkte heeft. Schakel de verzwakker in als het signaal te sterk is om nog goed op minimum te kunnen peilen.

Als je tijdens het lopen merkt dat de antenne in de tegenovergestelde richting van de looprichting gaat wijzen is dit het teken dat je de stoorbron voorbij gelopen bent. Loop dan een stukje terug tot het punt waar de looprichting en de richting waarop de antenne wijst weer van richting veranderen. Vervolg in deze richting je weg.

Bij peilen in woonwijken kan het natuurlijk voorkomen dat de storing niet uit je eigenstraat komt maar ergens anders uit de wijk. Je zult nu meerdere routes moeten bewandelen om een goede indicatie te krijgen van de locatie van de stoorbron.

Het maken van een kruispeiling kan je hierbij helpen. Je hebt hier naast je ontvanger en antenne ook nog een goede kaart van het gebied en een kompas nodig.

Je gaat hierbij als volgt te werk: Op de eerste locatie waar je een peiling gaat uitvoeren leg je de kaart orienteer je de kaart met behulp van het kompas zodat, de bovenkant van de kaart wijst nu richting Noord. Je peilt vervolgens de stoorbron uit op minimum signaalsterkte. Bepaal met behulp van het kompas de richting waar de antenne naar toe wijst. Neem deze richting over op de kaart vanaf de locatie waar je staat.

Nu ga je opzoek naar een plek voor het uitvoeren van een tweede peiling. Het beste kun je dit doen door een plek te zoeken die haaks ligt op lijn die je op de kaart getekend hebt. Zorg ook dat er voldoende afstand is tussen de eerste en twee plek waar je gaat peilen. Orienteer ook op deze plek de kaart richting Noord en peil de stoorbron uit. Bepaal wederom de richting waar naar de antenne wijst en neem deze richting over op de kaart. Rond het kruispunt van de twee lijnen dat nu op de kaart onstaat bevindt zich de stoorbron.

Hou er wel rekening mee dat er door onnauwkeurigheden, peilen, richting bepalen en orienteren van de kaart, het kan zijn dat de stoorbron zich niet op het kruispunt van de twee lijnen maar ergens in de buurt hiervan. Om zeker te zijn dat je bij het juiste huis aanbelt loop je naar de plek toe waarvan jij denkt dat de stoorbron zich bevindt en ga opzoek naar het juiste adres door het uitpeilen van de storing zoals eerder beschreven. Als het mogelijk is om op een of andere manier rond een huis te lopen dan is dit zeker aan te raden zo weet je zeker dat je het juiste adres gevonden hebt.

Bij deze hele excersitie moet je met een paar zaken rekening houden:

  • Zorg dat er geen metaal voorwerpen in de buurt van je kompas komen;
  • Houd ook rekening met metalen voorwerpen die zich in de grond kunnen bevinden;
  • Houd bij het peilen rekeningen met metalen voorwerpen in de buurt, die kunnen de peiling beinvloeden;
  • Houd bij het peilen rekening met reflecties van het signaal.

Het uitpeilen van een zender vereist enige handigheid, hoe vaker je het doet hoe handiger je er in wordt. Voor wie zich graag wil bekwamen in het uitpeilen van zenders en stoorbronnen is het een aanrader om eens mee te doen aan een ARDF evenment. Kijk voor meer informatie eens op volgende websites, hier vindt u de data dat een ARDF wedstrijd plaats vind en waar:

Bij de meeste evenementen kun je een ontvanger lenen om het eens te proberen.

Constructie van de vlag-antenne.

Deze antenne is met eenvoudige hulpmiddelen te maken. Zo kun je het frame van de antenne uit hout maken, of met slagvaste PVC pijp en een houten of kunststof basisplaat. Op de foto kun je de constructie zien van de antenne van Wim PA3BQP. Misschien niet moeders mooiste, maar wel bruikbaar! Gemaakt op een regenachtige middag met restmateriaal van eerdere klusjes.

De beugeltjes voor het vastzetten van de slagvaste PVC pijp (3/4”) en bezemsteel zijn zelf gebogen van M4 draadeinde. Om het geheel te kunnen transporteren in een auto worden de beugeltjes voor het klemmen van de bezemsteel vastgezet met vleugelmoeren. De dwarslat voorkomt dat de antennedraad gaat doorhangen en zwiepen ten gevolge van het gewicht van de coaxkabel. De truc van Don met het extra steuntouwtje werkte in mijn geval niet naar tevredenheid.

Als antennedraad kun je massive koperdraad gebruiken, bijvoorbeeld 1,5 mm2 installatiedraad of montagedraad (stukje tweelingsnoer gesplitst). Het nadeel van het gebruik van montagedraad ten opzichte van installatiedraad is dat de antenne draad wat zal doorzaken en het geheel er niet zo strak uitzit. Voor de werking maakt het niets uit.

Met behulp van een varkensneusje, BN73-202 verkrijgbaar bij Haje in Berg en Terblijt, wordt de hoge impedantie van de antenne aangepast aan de 50 ohm van de ontvanger.

De primaire zijde (antenne aansluiting ontvanger) van de transformator bestaat uit 3 windingen. De secondaire zijde (wordt verbonden met de twee uiteinde van de vlag antenne) bestaat uit 12 windingen.

Het uiteinde van de antenne wordt afgesloten met een koolweerstand (of een ander type weerstand dat geen of lage zelfinductie heeft) van 680 ohm. Wil je de antenne perfect aanpassen voor peilen in bijvoorbeeld de 10 meter band dan geeft een afsluitweerstand van 820 ohm een betere aanpassing. In de praktijk zul je echter weinig verschil merken, en zal een antenne met een weerstand van 680 ohm ruimschoots voldoen.

De weerstand en de impedantietransformator zijn gemonteerd op een paar stukjes experimenteerprint die tevens voorzien zijn van een paar gaatjes die dienen als trekontlasting.

Je kunt in de PVC pijp gaatjes boren en daar de draad doorsteken, ik heb ervoor gekozen om de draad aan de PVC pijp te bevestigen met behulp van slangenklemmen en tie-wraps. Dit gaf mij de mogelijkheid nog wat te kunnen experimenteren met de lengte van de draad.

In de afbeeldingen hieronder de afmetingen van de basisplaat met de gaatjes voor de beugeltjes, en de antenne. Uitgangspunt is het gebruik van ¾” slagvaste pvc pijp, en een bezemsteel met een diameter van 28 mm. Bij het buigen van de beugeltjes is de bezemsteel gebruikt als hulpmiddel.

Op de foto’s hieronder nog wat meer details van constructie van de vlag-antenne

Andere antennes

Op de website van KA7OEI, https://ka7oei.blogspot.com/2021/02/rfi-radio-frequency-interference.html, vind je de constructie van een niet afgestemde loopantenne. Wil je gebruik gaan maken van deze antenne dan heb je zeker de in het artikel beschreven voorversterker nodig. Deze antenne is beduidend ongevoeliger dan de eerder beschreven vlag antenne. Ook bij deze antenne is het verstandig om op minimum signaalsterkte te peilen. Deze antenne heeft echter nog een nadeel ten opzichte van de vlag antenne. De antenne wijst twee punten aan waar de signaalsterkte minimaal is. Dit betekent dus dat je niet weet uit welke richting het stoorsignaal afkomstig is en dat de kans bestaat dat je in de verkeerde richting gaat zoeken naar de stoorbron. Je komt hier echter snel genoeg achter, wordt het signaal zwakker als je in een bepaalde richting loopt dan loop je de verkeerde kant op. Houdt er bij deze antenne wel rekening mee dat als je op minimum peilt het gat van de lus in de richting van de antenne wijst.

Mini loop antenne.

Een handig hulpmiddel is een kleine passive magnetische antenne. Met deze antenne kunt je opzoek gaan naar stoorbron in een woning als het niet mogelijk is om de spanning uit te schakelen.

In onderstaande afbeelding zie je een mogelijk toepassing van deze antenne. Door de antenne op een afstand van ongeveer 10-15 cm te bewegen over een elektrisch apparaat of bedrading kun je op zoek gaan naar de oorsprong van de stoorbron. Draai de antenne bij dit zoeken ook regelmatige over zijn lengte as, de lus moet immers het magnetisch veld kunnen oppikken en dit kan alleen als het magnetisch veld uitgestraald door de stoorbron door de lus kan gaan. Als de lus evenwijdig staat aan het magnetisch veld wordt dit niet opgepikt.


Constructie voorbeelden

Je kunt deze antenne maken van Semi-rigid coaxkabel, maar ook met een normale dunne coax kabel gaat dit uitstekend. De diameter van de lus is ongeveer 3 cm.

HF snuffelaars.

In de handel zijn diverse andere nuttige hulpmiddelen te koop die ik hier kort onder de aandacht breng. Helaas heb ik tot op heden hier geen ervaring mee.

TAPIR Elektro-Smog detector

JOTA JOTI Signaal zoeker

De EMV-spion van DJ3VY / DB1NV

Kijk zeker eens op de website van PA0NHC die zijn ervaringen met de EMV spion deelt. Het lijkt erop dat dit een handig hulpmiddel kan zijn.